Er zijn uitvaarten die me altijd zullen blijven bijstaan zoals die van dhr. Gnocchi op 17 november 2016 om 11.00 uur in crematorium Eikelenburg in Rijswijk. Op verzoek van de grote Haagse uitvaartorganisatie C.U.V.O. reisde ik af op een avond naar het Haagse Gouverneurplein waar mijn tomtom me voor een slijterij liet stoppen. Zoonlief die nu de slijterij bestierde, een ontmoetingsplek voor vele buurtbewoners, begroette me in glimmend trainingspak, matje op het hoofd en de vele tatoeages in groen geel lieten zien dat zijn voetballende hart bij ADO lag waar vaders meer voor Ajax was. De winkel door, door een gordijn, trap op naar boven waar moeders en een andere zoon me al opwachtten.
Het werd een gesprek waar Harrie Jekkers, als hij aan tafel had gezeten, zo een nieuwe onemanshow aan had kunnen ontlenen. Wat een Haagse humor rolde er daar over tafel in een twee uur durend gesprek, fantastisch. Ik voelde me er helemaal thuis, zeker omdat al mijn stagescholen voor de P.A. in die mooie Haagse volkswijken lagen. En wat te denken van de uitgekozen muziek met ‘Met de neus omhoog’ van Rowwen Hèze & The Opposites en verder prachtige nummers van Johnny Cash, Kris Kristofferson, Mink de Ville en Elvis Presley.
Zoonlief kon bij het afscheid in het crematorium zelf niets meer zeggen, een grote Haagse mond en een heel klein hartje. En gezien de vele gasten van zeer uiteenlopend pluimage was duidelijk te zien dat zijn vader zeer geliefd was. De lijn naar de slijterij was duidelijk te zien bij de consumpties tijdens het condoleren na afloop. Om 12.00 uur was er geen koffie te zien, maar waren het louter goudgele rakkers die ik zag passeren. En Haagse mannen die gingen plassen lieten luidkeels weten dat ze ‘hun zwager een hand gingen geven’. Haagse Harry kwam helemaal tot leven in dat samenzijn.
Om nooit te vergeten en mocht ik nog twijfelen of zoonlief een supporter van ADO was… na het familiegesprek toonde hij me op staat het bewijs door de glimmende trainingsbroek wat omlaag te schuiven op de stoep van het Haagse Gouverneurplein… twee groen gele tatoeages (op elke bil één) lachten me tegemoet. En reken maar dat ik bij thuiskomst wat te vertellen had aan mijn vrouw, met mijn mondhoeken omhoog.